De rest zet ik er vandaag laat of morgen op, als ik nog een dag hier blijf.
Groetjes en bedankt voor de leuke reacties.
________________________
Dag 21 - vrijdag 3 september
San Lázzaro (Bologna) – Monte di Fò, 63,9 km
Totaal 1419 km
Ik ben vannacht de enige gast op de camping geweest. Die andere tent is onbewoond, er staat een tafel in en wat stoelen. Een soort schuiltent, denk ik.
Om twintig over acht rij ik weg, na volgens afspraak de sleutel van de poort in de brievenbus te hebben laten glijden. Van meet af aan gaat het vals plat omhoog. Af en toe een kort écht klimmetje. Meer dan 15, 16 rij ik voorlopig niet. Als straks de echte klimmen komen, moet je opgewarmd zijn, maar nog niets geleden hebben. Het landschap wordt ruiger, links en rechts steken kale stukken geërodeerde bergwanden boven de bomen uit. Kleurig uitgedoste wielrenners rijden op hun lichte fietsjes en smalle bandjes geruisloos soepel ronddraaiend langs me. Die hoef ik echt niet bij te houden.
Na bijna twintig kilometer besluit ik een pauze te maken in het vlekje Zena, waar op een pleintje in de laagte een bar is, waarvan de deur openstaat. De eerste 150 hoogtemeters zijn al gemaakt. Een meisje van een jaar of vijf staat buiten te vegen. Mijn “Buongiorno” wordt open en vriendelijk beantwoord. Als ik ga zitten roept ze een naam naar binnen. Intussen veegt ze ijverig door. Echt een heel tijdje later pas verschijnt een jonge vrouw ten tonele, strak in haar legging, leuk maar enigszins afgeleefd koppie, die allerlei deuren opent van een groot belendend restaurant. Ze groet niet, vraagt niet wat ik wil gebruiken, en gaat naar binnen om in de bar het boeltje te gaan beredderen. Na een tijdje ga ik zelf naar binnen. Ze kijkt verrast op. Gespeeld? Wie zal het zeggen…
“Vorrei un Latte Macchiato, per favore… e questa.” Ik wijs op een klein pakje pennywafels op de toonbank. Even later levert ze de bestelling netjes buiten aan mijn tafeltje af. Ik betaal de gevraagde twee euro(“doe-è je-oero”).
Nee, deze vrouw is niet echt vriendelijk tegen een pelgrimerende oude buitenlandse armoedzaaier als ik. Ik realiseer me dat de term peregrinus, waarvan het woord pelgrim is afgeleid, in vroeger eeuwen zoiets als zwerver, haveloze, betekende. Maar of dat nu…?
Even na het middaguur stop ik in Loiana – inmiddels al geklommen tot zevenhonderd meter – bij een ristorante voor een Insalata Mista, een gemixte salade. Binnen gekomen blijkt het een nette tent te zijn. De salade is zeer gevarieerd en wordt netjes opgediend met brood en koel water. Ik neem er alle tijd voor. Ik heb straks toch niets te bekijken, geen stad zoals Verona of Bologna. Tien huizen en een camping, hoe krijg je dan je tijd om? Nogmaals, rustig aan.
Het blijft maar stijgen, weliswaar niet altijd te steil, maar toch. Ik moet vandaag herhaaldelijk mijn neusgaten leegblazen. Soms blijft er iets hangen. Is dat misschien wat ze bedoelen met “je het snot voor ogen rijden”? Zo´n etappe als vandaag is heel iets anders dan het zo snel mogelijk wegrossen van zeventig vlakke kilometers. Dit vergt veel meer tijd. En energie. Maar je krijgt er de meest schitterende panorama's voor terug.
Even voor half drie arriveer ik op het hoogste punt van vandaag, de Passo di Raticoso, 968 meter hoog. Een zware klim, die ik, ondanks een paar binnenbochten die heel steil waren (elf tot dertien procent, schat ik) kan meesteren zonder af te stappen. Nee, ik lieg. Eén keer heb ik moeten stoppen omdat het zweet in mijn ogen begon te lopen. Snel een washandje uit de bepakking gehaald en om de rechterhand gedaan om zo nodig even te kunnen deppen of vegen. Met dat witte washandje bereik ik als een soort Michael Jackson de top. Thriller..! Het is er koud en winderig. Meteen de fleece aan.
Na een latte macchiato rij ik verder. Maar de afdaling duurt niet lang. Al snel komen nieuwe klimmen voor de wielen. Het begint een afmattingslag te worden. Steeds weer op en af is moeilijker dan een lange klim.
Na meer geklim en gedaal dan me lief is, rij ik om kwart voor vier in de afdaling van de Passo della Futa door het gehucht Monte di Fò. Geen verwijzing naar een camping te zien, tenminste ík zie het niet. Dus daal ik verder af. Bij het bord dat het einde van de bebouwde kom aangeeft vertrouw ik het niet meer en draai om, weer die berg omhoog… ik zit toch al in een flow vandaag. Daar blijkt dat ik een blauw bordje met een camper niet op waarde geschat heb. Zo kom ik uiteindelijk toch mijn plaats.
Een leuke Italiaanse familiecamping. In het café-restaurant zitten een paar vrouwen, die ik zelfs in mijn povere Italiaans aan het lachen weet te krijgen. Ik kom namelijk binnen met een: “Buenos tardes”. Helemaal fout. Dat is Spaans, van vorig jaar. Dat zit er nog zó diep in. Ze denken dat ik een Spanjaard ben. Ik herstel in “Buona sere”. Toch hilariteit alom. Parlare Italiano… molto dificile per me... Een geweldige entree. Kennen ze me meteen.
Met het oog op de korte en minder zware rit van morgen kan ik me veroorloven wat later mijn tent op te zoeken. Ontspannen, niet opgejaagd… zoals George Clooney wellicht, maar die heeft nog nooit de Passo di Raticoso opgefietst.
Prachtige foto's omringen dit mooie verhaal recht uit je hart.... wat moet dit een schitterende rit zijn geweest en wat is dit goed voor het moraal! Geniet van al het moois in Florence!!!
BeantwoordenVerwijderenDie Ben toch ... zó lyrisch over 'zijn' Italië'.
BeantwoordenVerwijderenMay, ik voel bij je beschrijving van deze etappe al zittend spontaan mijn benen vollopen. Zeker als ik lees...steil vals plat.. Dat moet wel heel vals zijn lijkt me. Dat 'plat' kennen ze enkel in Italië? Verder ... chapeau , Hut ab!
Ben(daar is ie weer onze vriend)fatto!Rome nadert.
hallo May. Wat is het leuk om jouw verhalen te lezen, veel leuker dan de nieuwsberichten hier in ons Nederlandje. .Geniet van alles wat er op je pad komt, ik vind het super dat je dit klaarspeelt. In je verhalen lees ik ook dat je altijd geholpen wordt.Ik kan het niet laten om je een tekst aan te reiken door een verlichte meester.
BeantwoordenVerwijderenAltijd is er iemand.
Er is altijd die aanwezigheid,die hand die rust op je schouder, ook in je donkere en eenzame momenten. Die hand is de lichtende hand van degene die jou bijstaat en helpt en toespreekt wanneer je het nodig hebt.
Het is de hand die je kracht en moed geeft om verder te gaan en nooit ophoudt in jou te geloven en in de missie jou door God gegeven.Als je dan in stille momenten van vreugde of pijn die verlichte aanraking voelt, weet dan dat jouw beschermengel altijd nabij is.
Heel veel licht kracht en moed op je verdere reis
en een liefdevolle groet, Wilma Vankan