dinsdag 7 september 2010

Another Stairway to Heaven in Città di Castello

Dag 25 – Dinsdag 7 september
Paterna – Città di Castello, 74,6 km
Totaal 1594 km

De haan kraait me wakker. Een blik op mijn mobieltje vertelt me dat het pas vier uur is. De haan van Paterna gunt me niet meer dan zes uur slaap. Ik was door Tamara – de blonde gastvrouw, de donkere heet Claudia – gisteren al gewaarschuwd voor eventuele overlast door ‘the chickens’. Wellicht kende ze het Engelse woord voor ‘haan’ niet. Ik wel. En ik heb het gewéten. Het beest bleef maar bezig. Onophoudelijk. Een soortgenoot ergens in de verte zette hem aan tot communicatie op afstand en een ongelooflijke ‘boost’ van activiteit. Helaas zonder te leiden tot schorheid. De haan van Paterna blijkt te beschikken over een gigantisch uithoudingsvermogen. Als ik de tent aan het opruimen ben, meer dan drie uur later, is hij nog steeds met volle overgave bezig met zijn geruchtmakende blijken van aanwezigheid. Je zou hem… ik denk even aan vroeger. Ik zal een jaar of drie geweest zijn. We hadden een agressieve haan op de boerderij. Misschien zou je hem eerder als ‘overactief’ kunnen bestempelen, want hij besprong alles en iedereen. Op een gegeven moment beet hij zich vast in mijn nek. Mijn vader was ‘als de kippen’ erbij en doorspiesde hem met een hooivork. Probleem opgelost. Twee dagen ‘kippensoep’. Wellicht een voorzet voor Tamara en Claudia. ‘The ‘little red rooster’ op het rooster.
Het lukt me nog wat door te sluimeren tot kwart over zes. Dan ga ik tot actie over. Om goed half acht ben ik al klaar. Ontbeten en al. Een record. Tamara komt naar buiten om afscheid te nemen. “It was a big pleasure to spend the night at your agriculturismo… ‘ En dat meen ik uit de grond van mijn hart. Afgezien van de haan heb ik hier op driehonderd meter hoogte mooie uren gehad. Gisteravond heb ik nog gitaar zitten spelen en na het lange telefoongesprek met Louise nog een half uur zitten discussiëren met de Duitsers. Timo blijft een paar weken hier om mee te helpen met de druivenpluk, die volgende week begint. Ik moet even denken aan het boek De Druivenplukkers… van wie was dat ook weer? A. den Doolaard? Als je ouder wordt, wordt alles slechter, behalve het vergeten, dat wordt altijd beter…
Dan weer op weg voor mijn vijfentwintigste dag. Een klein zilveren jubileum. De meer dan vijfhonderd meter omhooglopende grove grindweg moet ik grotendeels lopen, omdat mijn wielen af en toe wegschuiven. Op de grote weg, in de bocht met de containers, begint de rit van vandaag daarna echt. Het is bewolkt met een lichte tegenwind uit het zuiden.

Om kwart voor tien maak ik na 28 kilometer een eerste pauze. Ik heb tot dan toe lekker gereden. Geen steile klimmen, zelfs hele stukken vlak – nou ja, vals plat, want hier is geen meter echt vlak. Inmiddels ben ik honderd meter gedaald naar het dal van de Arno. De zon probeert vruchteloos de wolken te overwinnen. Straks begint de enige grote klim van de dag. Van tweehonderd naar 575 meter, over de Válico de Shéggin. Het hoogste punt van het minder zware routealternatief van Reitsma. Wel wat drukker maar tweehonderd klimmeters minder. De hoofdroute voert over 730 meter. Daar zie ik graag van af.

Maar ook de ‘lichtere klim’ is zwaar genoeg. Lang en steil. Zelfs auto’s kreunen zich veel schakelend naar boven. Ik zit al snel in de kleinste versnelling, schakel soms een tandje bij als het even iets minder steil wordt, maar zie me telkens weer snel genoodzaakt dit voordeeltje weer in te leveren. Het washandje verricht weer uitstekende diensten. Maar toch, het beklimmen van een berg geeft zelfvertrouwen. Mentaal en fysiek. Je voelt dat je leeft en dat je lichaam optimaal functioneert. Dat het hart klopt, dat de poriën openstaan en dat de spieren werken. Het vormt karakter. Vastbijten, niet opgeven, de geest sterker dan het lichaam. In de geest gebeuren gekke dingen. Van euforie naar diepe somberte, binnen een kilometer. Die verdomde bepakking. Meer dan dertig kilo. Belachelijk. Wie begint er nou aan zoiets? Slappe pap, zin om te stoppen. Even zitten, even liggen als het kan. Maar mijn benen redden het weer.
Om vijf voor elf ben ik boven. In de uitspanning op de top bestel ik een latte macchiato en ik krijg een paar beschuiten die ik besmeer met brie, die ik eerder in een winkel gekocht heb. Dan weer de helm op, de fleece aan en naar beneden. Heb ik daarvoor zo mijn best moeten doen? Maar het is een egale, brede weg. Genieten dus, en voor de rest nergens meer aan denken.

Voor het stadje Anghiari (spreek uit als Anzjarie) moet ik weer meer dan honderd meter steil omhoog. Het ligt op het hoogste punt van een richel, een waterscheiding. Je moet eroverheen, een andere mogelijkheid is er niet. Het stadje zelf is een parel. Van bovenaf gezien een pittoresk geordende verzameling daken, onderbroken door een paar eruit oprijzende torens. Een lust voor het oog. Bijna een schilderij van Cézanne.
Aan de andere kant gaat het weer omlaag. Het dal van de Tiber in, die ze hier Teevere noemen. Een pastorale, brede vallei met opvallend veel tabakvelden, waarin de weg vals plat op en af gaat van dorp naar dorp. De enige dissonant vormt de wind, die steeds straffer uit het zuiden gaat blazen. Zelden komt mijn snelheid boven de achttien. Loopt het omhoog? Of is het de wind? Soms weet je het gewoon niet.

Even na één uur maak ik in Lama een korte eetpauze in een bar. Pasta is er niet te krijgen, maar wel een soort pannenkoek met salami. Ook lekker en voedzaam. En tegen half drie rij ik Città di Castello binnen (letterlijk ‘stad van het kasteel’), mijn eindbestemming voor vandaag. Er zijn twee campings. Een in het dal op anderhalve kilometer van de brug naar het centrum, een andere drie kilometer verder en 140 meter hoger. Ik kies uiteraard voor de eerste. Maar als ik er arriveer… tjonge, wat een naargeestige, gore, vieze, smerige bedoening, pal onder een snelwegviaduct. Geen kantoor, iedereen kan er zomaar naar binnen, geen voorzieningen; nee hier voel ik me absoluut niet op mijn gemak, onveilig zelfs. Dan maar die klim. Ieder nadeel… oké, kan ik morgen tenminste beginnen met een lekkere afdaling.

Ik mag zeggen dat deze klim me goed afgaat, regelmatig vijf, zes procent omhoog. Città de Castello verdwijnt steeds dieper onder me. Maar ik blijf soepel draaien, de ene haarspeld na de andere, steeds nog een tandje in reserve… maar dan, na de laatste bocht, ineens een muur van elf procent… dat kan er echt niet meer bij, daar is dat reserve tandje te weinig voor. Ontmoediging. Afstappen en lopen, dat is de enige optie. Stairway to heaven. Ik ben sowieso op weg naar Sint Petrus, maar zo letterlijk hoeft het nou ook weer niet. Honderd meter verder kan ik toch weer opstappen en verder fietsen. Dan zie je de borden. Je denkt dat je er eindelijk bent. Maar dan gaat de weg ineens onverhard omlaag. From heaven to hell… dat moet ik morgen weer omhoog. Maar goed, een andere optie is er niet.

Camping La Montesca ligt bij een park met mooie oude bomen. Er is wel een zwembad, maar buiten gebruik. Dat is eveneens het geval met het restaurant en de pizzeria. Het seizoen is voorbij. Er is internet, maar geen wi-fi. Als ik iets op de blog wil zetten, dan kan dat op de computer van de receptie. Via mijn stick.
Morgen gaat het naar Assisi, de stad van Franciscus, waar ik donderdag nog een dag blijf. De route lijkt niet zwaar. Geen hoge klimmen. De eerste veertig kilometer door het golvende dal van de Tiber. Daar dient via Casa el Diavolo (het huis van de duivel…) via een flinke stijging weer uit geklommen worden. En ook Assisi, dat (erg) hoog op een heuvel ligt, vergt nog een flinke inspanning. Maar waar malen we om als we de Alpen, de Passo de Raticoso en andere forse klimmen al bedwongen hebben?

6 opmerkingen:

  1. Hee kerel. Hier een bericht van Mark en Jolanda.
    We hebben weer met veel plezier je berichten gelezen waneer dit kon. Wij zijn inmiddels gearriveerd in Rome!
    Nou ja, op prima porta dan. We herkennen erg het gevecht van het mentale en het lichaam. De laatste 2 etappes was het echt geestelijk doorzetten!het lichaam kon dan vanzelf niet meer achterblijven. Lichte route, jaja. Al die kleine klimmetjes om gek van te worden. Maar ja we zijn er! Als je in Assisi bent svp naar camping beneden maar ga eten in het restaurant op camping farmaggio ! Voor niet veel geld heeeeeeel lekker eten! Sterkte nog en je bent echt niet ver meer van je einddoel af!
    Groetjes Mark en Jolanda

    BeantwoordenVerwijderen
  2. hallo May, 25 dagen op pad,vol kracht en passie...op naar het einddoel! voor een gelukzalig gevoel...sterkte en groet, Willy R.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hoi May
    Nog enkele stevige klimmen en je arriveert in Assisi waar je lekker een rustdag hebt.
    Geniet ervan, je einddoel is in zicht.
    Het Nederlands elftal heeft vanavond gewonnen van Finland met 2-1, nu ben je weer bij wat 't voetbal betreft.
    Groeten Jo en Helmy

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Het was inderdaad A. den Doolaard die 'de druivenplukkers' schreef, zie http://www.adendoolaard.nl/druivenplukkers voor meer informatie over het boek.
    Plezierige tocht verder nog!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Pappieieieie!!

    gelukkig krijg je reacties genoeg op je werkelijk fantastische blog. Helaas heb ik de laatste weken geen tijd meer gehad om alles te lezen. Maar nu dan even (in de baas z'n tijd) toch een reactie van je dochter.

    De foto's zijn adembenemend (ja ja..ook die van die superdeluxe naaktslakken haha) Wat is Italië toch een prachtig land!! Nog even pap, en je hebt Rome bereikt! En mag je op audiëntie bij de Paus hihi)

    Hier alles goed, maar druk (zoals de rest van de werkende en studerende moeders). maar och, het voelt wel goed om mezelf te ontwikkelen en een doel te hebben.

    Nou pap, ik ga weer eens wat doen haha! Veeeel succes met de komende dagen. En geniet ervan!

    Veel liefs, El x

    BeantwoordenVerwijderen
  6. hoi May

    geweldig, volg je nog steeds iedere dag,
    maare ff vraagje, Hoe zit dat straks met de paus? vraag ik me al 25 dagen af.

    In het landgraafse is alles oke may.

    groetjes je allerleukste nicht

    BeantwoordenVerwijderen