maandag 30 augustus 2010

Akoestische opera in de Arena

Dag 16b – Zondag 29 augustus
Verona Arena - Aïda

Een opera zien in de Arena van Verona is het summum. Sinds enkele uren verkeer ik in een juichstemming. Nadat ik het dagverslag op de blog gezet heb maak ik wat te eten en na een opknapbeurt verlaat ik met schone kleren, gewapend met een plattegrond van de stad – una pianta della città – de camping om me naar beneden te begeven. Een marathon van trappen die we straks weer omhoog moeten. Het panorama van de stad is overweldigend. Beneden de Ponte San Pietro over en de weg zoeken door de straatjes en de mensenmassa.
Vijf minuten voor het afgesproken tijdstip tref ik Jolanda en Mark in de Via Leoncente. Ze hebben kaartjes! Voor mij zelfs een bejaardenkaart met vier euro reductie. Waar kun je nog een opera zie voor 21 euro 50?

De helft van de enorme Arena wordt in beslag genomen door een gigantisch podium met ondermeer een piramide en sfinxen als belangrijkste decorstukken. Er blijven naar mijn inschatting een kleine tienduizend plaatsen over voor het publiek. Op het middenterrein, waar zich vroeger de meest wrede en bloedige spektakelspelen voltrokken, staan rijen stoelen voor de duurste plaatsen – hoewel… dan wel met uitzondering van een ereloge, waar in oude Romeinse tijden Caesar en andere hoge Pietro’s de voorstelling gadesloegen. De eerste ring bestaat uit kuipjes, zoals tegenwoordig in ieder stadion. De hoogste, tweede ring, kent deze luxe niet. Hier mag het plebs zitten – waaronder wij dus – op de harde steenblokken. Gelukkig hebben Jolanda en Mark een opblaaskussentje weten te organiseren. Hoe je het ook bekijkt, nog steeds is een Arena een afspiegeling van menselijke rangen en standen.

Onweerstaanbaar komen vergelijkingen bij me op tussen de Arena vroeger, in de tijd dat ze gebouwd werd, en nu. Ik probeer me daar een voorstelling van te maken, waarbij ik word geholpen door een tekening van Uderzo en Goscini. De wriemelende mierenhoop buiten de Arena, de massa’s in de rij voor de ingangen. Zowel buiten als binnen lopen net als ‘toen’ ook nu allerlei figuren rond die hun koopwaar schreeuwend aan de man willen brengen. Drank, ijs, boekjes, programma’s, cd’s, commercie is van alle eeuwen der eeuwen.

Om negen uur begint de voorstelling. Eerst wordt de dirigent met zuidelijke bravoure en bombarie voor het voetlicht geleid. Met bombastische theatrale gebaren, armen wijd gespreid, inhaleert hij gretig het applaus van de massa. Dat noem ik even een entree. Zo heb ik het ’s ochtends in mijn klas nooit meegemaakt.
Bij de ouverture bekruipt me even de neiging om te gaan roepen dat ze het geluid eens wat harder moeten zetten. Maar al snel dringt het tot je door dat de voorstelling volledig akoestisch is. Wij zijn tegenwoordig gewend aan oorverdovende installaties. Maar nu moeten we noodgedwongen terug naar vroeger eeuwen. Best aangenaam als je eraan gewend geraakt bent. De massa hoort ademloos toe. Na afloop van een aria of samenzang wordt de voorstelling even onderbroken om de zangers en zangeressen hun open doekjes in ontvangst te laten nemen.

Al met al een indrukwekkende belevenis. Dat podium, die belichting, die scènewisselingen, bellissimo. Dat ik op een unieke reis als deze zelfs dit nog mag meemaken. Formidabel. Al moet gezegd worden dat ik er te weinig rekening mee heb gehouden dat het ook hier in de avond voelbaar afkoelt. Zeker als je zit. Het wordt zelfs frisjes en ik begin mijn fleece te missen.
Na een pauze van twintig minuten begint de tweede akte. Als die wordt besloten met de bekende triomfmars van Aïda loopt het tegen elven. We denken dat het is afgelopen, temeer omdat de hoofdrolspelers minutenlang in grote stijl, hand in hand lopend van links naar rechts over het enorme podium - als de voetballers van tegenwoordig na de wedstrijd-, het ovationele applaus in ontvangst nemen.
We vinden het vreemd dat de meeste mensen blijven zitten. Als we bijna buiten zijn, horen we dat de voorstelling pas op de helft is. Nog twee uur zitten..? We zijn best moe. Als je al twee weken tussen negen en tien je slaapzak opzoekt is dit pure nachtbrakerij. We besluiten het daarom erbij te laten.

Na een wijntje op een terras lopen we naar de camping terug. De nog warme straatjes door, de Ponte San Pietro over en dan die eindeloze trappen omhoog naar de campingvesting, a stairway to heaven, zo lijkt het, want we duiken meteen de tent in. Moe maar voldaan. Een onvergetelijke avond.

3 opmerkingen:

  1. Hai skoonpa,

    Wat een fantastische en onvergetelijke avond moet jij beleeft hebben. Ik hoop dat over een aantal jaar (als ik deze reis maak) nog steeds het Aida wordt gespeeld in de Arena te Verona.

    Groet (ook aan Mark en Jolanda)
    Skoonzoon

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Frans en Annemarie30 augustus 2010 om 08:15

    Hoi May, terug van een vakantie am Arlberg volgen we graag jouw berichten en wensen jou verder een goede rit naar Rome, de eeuwige stad. groetjes Frans en Annemarie

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hallo May...

    kippenvel....de herinneringen aan Aïda in de arena van Verona zijn zelfs na jaren nog steeds levendig! Wij zaten toen wél in de kuipjes, maar dat was in Nederland al geregeld. Je hebt wel gemist hoe snel deze arena weer leegstroomt. Echt ongelooflijk dat zo'n oud gebouw een dergelijke logistiek kent! En dit is nog maar het begin van het 'echte' Italië

    BeantwoordenVerwijderen