zondag 15 augustus 2010

Zum alten Vater Rhein

Dag 1 - Zaterdag 14 augustus

Landgraaf – Rolandswerth, 115 km



Om kwart voor negen rijden we weg na onze geliefden nog eens heerlijk ‘gepakt’ te hebben. We. Inderdaad. Vandaag heb ik gezelschap van mijn schoonzoon Arnold uit Schagen. Hij heeft zijn eigen tent en bepakking bij zich en zal na een overnachting in Rolandswerth morgen weer terugrijden naar onze thuisbasis in Landgraaf. Arnold houdt van doorjassen, maar ik vind dat we het best rustig aan mogen doen. Ik heb immers nog heel wat voor de boeg. Meer dan eens moet ik denken aan het moment waarop ik enige tijd geleden ergens op een stil bankje een pauze hield en twee fietsers hoorde aankomen die met elkaar een gesprek voerden waar ik de volgende flard van meekreeg:

“Als je de eerste dag al 150 kilometer gaat knallen, dan rij je meteen je hele vakantie naar de kloten..!” Pardonnez le mot, ik citeer slechts letterlijk. Afgezien van deze weinig verheven ‘verpakking’ was de boodschap echter duidelijk. Omdat er op het traject tussen Düren (45 km van huis) en Bonn geen enkele camping te vinden is, bestaat mijn eerste dagrit noodgedwongen uit 115 kilometer. Wel geen 150, maar toch ver genoeg om het een en ander voor de eerste tijd naar de vaantjes te rijden. Daarom zeker geen ‘geknal’ vandaag.

De eerste kilometers voeren langs een van de mooiste panoramische plekjes die Landgraaf en omstreken rijk is. We zeilen omlaag langs de boerderij van broer Wim A g’n Ing – met een geweldig uitzicht op het Duitse land waar we vandaag doorheen gaan fietsen – dwars door de velden richting het laag gelegen Eygelshoven, van daaruit naar Herzogenrath en verder door het Broichbachtal. Een werkelijk lyrisch makend begin! Twee kilometer hobbelige kiezelweg omhoog door het bos bij Schleibach kunnen de pret niet drukken.

Daarna gaat het over de lichtgolvende wegen door weidse landbouwgebieden. Hier voerde meer dan vijftien eeuwen geleden de bekende koning Clodovech, die wij beter kennen als Clovis, een veldslag. Omdat hij die won liet hij zich dopen en gaf daarmee het startsein voor de bekering van onze ‘heidense’ streken.

In deze velden is het vandaag betrekkelijk rustig. Geen wapengekletter en maar weinig wind. Tegenwind. Arnold neemt het kopwerk voor zijn rekening.

Bij het pittoreske kerkje van Binsfeld houden we na vijftig kilometer even een boterhammenpauze. Het kleppen van het Angelus begint zeven minuten te laat. De kerk is kennelijk niet bij de tijd…

Daarna gaat het verder naar het oude stadje Lechenich, waar we om een uur na bijna zeventig kilometer langs de Herrigpoort binnenrijden. We nemen plaats op het terras van Eiscafé La Piazza, waar ik ooit met mijn fietstas achter een van de paaltjes langs de stoeprand was blijven haken – ook in dit land blijken ze kennelijk ‘Amsterdammertjes’ te hebben – en, omdat mijn voeten nog vastzaten in de pedaalriempjes, onbeholpen en met de grootst denkbare gratieloosheid ter aarde gekeild was. Met fiets en al het terras opgestuiterd. Comedy capers, comedy capers…! Maar ditmaal is de entree beduidend geruislozer, bezadigder en bedaarder. Ik heb dit jaar niet voor niets een serieus ogende reisgezel bij me. Ik word ook niet meer herkend.

We genieten van een bord minestronesoep en een portie spaghetti én het weer. Het is een heerlijke, zonnige dag.

Na Bliesheim volgt een geleidelijke klim via Rösberg over het Vorgebirge met als beloning een prachtige afdaling met weidse vergezichten over het Rijndal tussen Keulen en Bonn. Ruim tachtig kilometer achter de wielen. Het ergste hebben we voor vandaag weer gehad. Via de vlakte tussen Brühl en Bonn, waar onze weg leidt langs Bornheim en Roisdorf, rijden we het drukke Bonn binnen, waar we het fietspad langs de Rijn opzoeken.

Een veelbetekenend moment, want vanaf hier gaat het verder langs de oever van de Rijn, ‘der alte vater Rhein in seinem Bett’. Ik hoor de stemmen van Willy en Willeke Alberti in een opgetogen feeststemming: Jááá, een reisje langs de Rijn-Rijn-Rijn!! Als ik het even zing, blijkt Arnold het ook te kennen. Sterk stromend begeven de watermassa’s zich richting Rotterdam. Samen met een boot waarop de naam Rome voorkomt. Kan Het mooier..?



Vijftien kilometer na Bonn fietsen we om kwart over vijf in Rolandswerth het Gelände van de plaatselijke camping op; het lijkt meer een drukbeklante Biergarten annex mij of meer toevallige Campingplatz aan de oever van de Rijn. Op de halve liter hebben we ons als kilometers lang verheugd.

“Siebengebirgsblick” heet het hier en je hoeft niet lang te gissen waarom. Aan de overkant van de Rijn rijst het Siebengebirge omhoog, met als kers op de slagroomtaart de Drachenfels met de imponerende ruïne van de Drachenburg bij Königswinter, een paar kilometer verder stroomafwaarts. Een prachtig decor om de tent neer te zetten. We vinden daarvoor een wetenschappelijk beredeneerd plekje in de schaduw vlakbij het sanitairgebouw; morgenvroeg zal de opkomende zon een handje meehelpen om de tent weer droog te krijgen. Hier is dus degelijk over nagedacht.

Na een smakelijke maaltijd op het terras van een Spaanse Bodega in het dorp begeven we ons om half tien ter ruste. Moe maar voldaan.

1 opmerking:

  1. Barbara de La Wantzenau16 augustus 2010 om 08:28

    Mon Cher May,

    Quelle surprise! Open ik mijn mail na een maand vakantie en wat zie ik! May gaat op de fiets naar Rome !!! Nu weet ik wel dat er veel wegen naar Rome leiden maar welke weg je ook kiest en notabene nog per fiets, het is niet niks. Ik tegelijk op zoek naar je routeplanning en hoopte dat je dicht bij ons, La Wantzenau, zou passeren. Mais non, deze keer ben je iets verderweg. Nou ja verderweg? Anders zou ik zeggen je bent natuurlijk van harte welkom. En mocht je van gedachte of route willen veranderen dan weet je de weg.

    Onnodig te schrijven dat wij je hierbij heel veel sterkte wensen, de moed die heb je al anders zou je het niet doen. Donc, une très très bonne route et beaucoup de courage et de beau temps want die kan je wel nodig hebben.

    Enormes bisous de la part de Denis, Barbara, Paonia et Liam.

    BeantwoordenVerwijderen