zaterdag 28 augustus 2010

Van Grüss Gott naar Buongiorno

Dag 15 – Zaterdag 28 augustus

Auer – Trento – Rovereto, 75,4 km

Totaal 1023 km


Weer een nacht van hoesten, snuiven, ophalen, snuiten. Ik kan qua onsmakelijke geruchtmakerij aardig gelijke tred houden met de uitsloverige – hoewel minder onsmakelijke – plaatselijke kerkklokken die ongevraagd ieder kwartier een tijdsindicatie de nachtelijke stilte in slingeren. Eén slag bij kwart over, twee keer op het halve uur, drie keer bij kwart voor en vier keer op het hele uur, dan nog eens gevolgd door het aantal uren dat werkelijk geslagen moet worden. Een paar keer druppelt het zacht op het tentzeil, maar om zes uur – dat betekent dus in totaal tien klokslagen… - lacht de lucht me vriendelijke open toe. Geen wolkje te zien.

De tent is weer erg nat, vooral aan de binnenkant. Ik moet voor behoorlijk wat condensatie zorgen. De druppels lopen ervan af, zoals bij een beslagen ruit.

Ik moet alles goed drogen, want de tent moet twee dagen in de bepakking blijven, aangezien er tussen Auer en Verona geen camping is. Ik zal vandaag nog eens gebruik moeten maken van een Ostello della Gioventù. Een jeugdherberg dus,.


Om kwart over acht vertrek ik in een heerlijke ochtendkoelte. Bij het passeren van Salorno rij ik Süd-Tirol (of Alto Ádige) uit en de Trentino binnen. Het is nu afgelopen met Duitse escapades als het in het Italiaans niet lukt. Grüss Gott wordt nu Buongiorno of Buona sera. Over de rest zal ik het maar niet hebben. Dat zullen we nog wel zien.


Als ik na dertig kilometer even een rustpauze houd en wat opschrijf in mijn schrift, heb ik een geweldig gemiddelde van 22,1 op de teller staan. Mét bepakking. Maar ik moet daar wel bij vertellen dat ik een enorme bofkont ben. Ik heb namelijk de gevreesde, beruchte mistralachtige Val d’Ádige-wind schuin van achter. Dat is uiteraard bijzonder aangenaam op de vrij liggende dijken. De weg voert weer eindeloos door appelboomgaarden, spaarzaam afgewisseld met druivenakkers. De vlakte wordt begrensd door steile, bijna loodrechte, kale bergwanden. Nogmaals, die autovrije fietspaden zijn geweldig. Hoewel ik me afvraag hoelang nog, want hier en daar beginnen boomwortels hun vernietigende werk al te doen. Hoe ziet het hier over een paar jaar uit? De Ádige (ze heet nu niet meer Etsch) wordt steeds breder, maar ook modderiger van kleur.


Tegen elf uur zet ik mijn fiets bij de ingang van de Dom van Trento. Binnen staat dat het een Basilica Cattedrale is, toegewijd aan San Vigilo. Het café ertegenover draagt de naam Café Duomo. Dom? Basiliek? Kathedraal? Wat is het nu eigenlijk precies? Los daarvan ben ik onder de indruk. Het is een majestueus kerkgebouw, een beetje als de Dom van Speyer. Romaans, dus donker en ingetogen van binnen. Je kunt er daarom moeilijk foto’s maken. Het hoofdaltaar is overdekt met een baldakijn met gedraaide pilaren, zoals in de Sint-Pieter in Rome.

Aan de entreejuffrouw bij de ingang van de schatkamer vraag ik een stempel. Ze snapt niet wat ik bedoel, maar als ik mijn pelgrimspas laat zien wordt het haar duidelijk – mij dus ook: het heet een ‘tiembra’ (geschreven als timbra). Maar die heeft ze niet. Ze verwijst me naar het museum, gevestigd in het enorme, aan de kerk vast gebouwde bisschoppelijke paleis. Aan de balie hebben ze nog nooit zoiets gezien. Ik oogst lof voor mijn onderneming – maar zouden ze stiekem toch over me denken zoals Goethe het beschreef in Die Leiden des Jungen Werthers (zie dag 6)? – en ze geven (hun eerste ?) timbra del pelegrino. Ik merk aan alles dat het Italiaans me niet bepaald goed afgaat. Maar ja, nog tijd genoeg om erin te groeien.


De meeste mensen die naar Trento komen zijn geïnteresseerd in de enorme Neptunusfontein op het Piazza Duomo. Ik niet zo. Ik maak op mijn gemak een rondritje door de smalle straatjes om de sfeer van deze typisch Italiaanse stad te proeven, de eerste echte die ik op mijn reis tegenkom.

Ik vraag me af waarom in de zestiende eeuw uitgerekend hier, in het verre noorden tussen de bergen en niet in Rome, het belangrijke Concilie van Trente plaatsvond. De leiders van de kerk – de paus en de kardinalen – moesten stelling nemen tegen de oprukkende Reformatie. Verder werd er toen besloten dat de parochieherders kerkregisters moesten gaan bijhouden, een besluit dat vooral voor stamboomonderzoekers van eminent belang is. Maar laten we daarbij niet te lang stilstaan. Als je alleen maar naar de gebouwen kijkt, die enorme rijkdom en luxe die het paleis uitstraalt, dan kun je je iets voorstellen bij de redenen voor die Reformatie!

Rond het middaguur blijkt het verlaten van de stad heel wat eenvoudiger dan de vele omwegen gisteren in Bolzano. Al snel zit ik weer op de vlakke fietspaden door de appelboomgaarden. Het landschap verandert. De bergen worden groener en minder hoog.


Het wordt heet, erg heet. Na 65 kilometer stop ik bij een fietsersbar voor een Penne Bolognese met een café macchiato, een schuimende koffie met heel veel melk. Ook hangt er een grote reclame van de Ostello in Rovereto, waar ik naar toe moet. Het is intussen nog heter geworden, zelfs in de schaduw. Een harde wind blaast zowat alles van tafel. Naast me zit een in uniforme fietskleding uitgedost Duits gezin. De dochter van een jaar of vijftien heeft een tijdje geleden een behoorlijke val gemaakt, want haar hele linkerbeen is één wondkorst. Desgevraagd vertelt ze me dat het een week geleden gebeurd is. Dan ziet het er bij mij na drie dagen ook goed uit. Alleen mijn duim zit nog een dag verborgen onder een pleister, de rest is nog maar een kwestie van droge korsten. Nog prima heelvlees, opa.

De hitte in Italië; zo heb ik het me voorgesteld. Ik moet vroeg beginnen en na één uur geen te zware inspanningen meer voor de boeg hebben. Bovendien zal ik ditmaal de jeugdherberg bereiken zonder honger en dorst.

Bij het naderen van Rovereto begint de hemel angstvallig te betrekken.

Om half drie ben ik er, terwijl de eerste druppels beginnen te vallen. Net op tijd. Een kamer voor vier personen kost 19 euro. Voor 4 euro meer krijg ik een eenpersoons kamer. Inclusief ontbijt morgenvroeg. Terwijl het buiten regent heb ik een droog onderkomen, helemaal voor mezelf. Geen last van ‘meeslapers’ en eventuele snurkers. Het gesprek met de baliemedewerker verloopt moeizaam. Hij spreek weliswaar een beetje Engels (met de nadruk op ‘een beetje’) maar absoluut te weinig om er een vlot en duidelijk gesprek van te kunnen maken. In ieder geval is er wel internet! Als ik dat alvast uitprobeer steekt andermaal de Italiaanse bureaucratie de kop op. De bepaald niet gratis provider vraagt allerlei dingen in te vullen om toegang te krijgen. En bestempelt vervolgens mijn mailadres en telefoonnummer als non valido. Hoezo?! Wat zullen we nou weer krijgen?! Het is ook altijd wat! Ook de jonge beheerder komt er niet uit en verwijst me naar een internetcafé een paar straten verder. Dus toch?!

Door een zachte regen – het is heerlijk afgekoeld – stap ik het ‘café’ binnen. Het blijkt een Turkenwinkel te zijn met in een bloedhete achterruimte, waar een ventilator zich vergeefs in de rondte werkt om de temperatuur dragelijk te maken, een aantal computers staan. En verdomd, het werkt! Ik zet alvast de bijdrage van gisteren op de blog en lees de reacties. Heerlijk. Ze zijn tot tien uur open. Na tachtig cent afgerekend te hebben laat ik me neer op een overdekt terras om bij een pils het bericht voor vandaag te schrijven. Dit dus. Intussen blijft het regenen in Rovereto. Vreemd. De voorspellingen waren toch zo goed. Het zal me benieuwen wat morgen voor mij in petto heeft.

Vanavond zal ik Frank en Renata, die aan het Gardameer op een camping ‘zitten’, bellen om wat af te spreken voor morgen of maandag, als ik in de stad van Romeo en Julia een rustdag houd. Het blijkt dat er in de arena van Verona morgen de laatste voorstelling plaatsvindt van de opera Aïda. Een uitgelezen mogelijkheid om iets onvergetelijks mee te maken.

Tot zover mijn bericht van vandaag. Het is acht uur en ik moet nog ergens wat gaan eten. Morgen hopelijk meer.

Trouwens grazie mille voor de vele blijken van medeleven. Geweldig! Vooral Naomi. Hééél knap gedaan... en ik mis jou ook.

2 opmerkingen:

  1. hallo May,
    net teruggekeerd van een fietsrondje Nederland (dat kan ik gelukkig weer), drie dagen tot de assen door de plassen en met zwemvliezen tussen de tenen, heb ik weer genoten van je fietsverhalen. Beetje jaloers op de temperatuur daar... Hou je taai de volgende etappes, en geniet vandaag van Aïda.
    Fietsgroeten van Willemien

    BeantwoordenVerwijderen
  2. hier dan live vanuit de trein eindelijk weer eens 'n reactie van je dochter! Vanmorgen vertelde mijn Italiaanse trein vriendin dat ze jouw verhalen *bellisimo* (?) vindt! En dat ze jaloers is op je Arena avontuur.....is er een mooiere plek op aarde om deze geweldige opera te bekijken? Ik denk van niet! Die jaloezie deel ik dus wel een beetje met haar....

    Ik geloof dat ik 'n verhaaltje of 4 achter lig. Aangezien ook voor mij de school weer begint en ik voor 18 september (1ste bijeenkomst) behoorlijk wat moet voorbereiden, is het even blijven liggen. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik er niet aan denk. Net nu, tijdens mijn studie, het meest! Wat zou ik graag jouw verhalen willen horen over de geschiedenis van het Nederlands Recht!

    Nou pap, ik hoop dat je snel opknapt!

    Lachen trouwens dat verhaaltje van Naomi. " hey opa, ik ga hangen he" hahaha hilarisch!

    Tot snel weer!
    X Ellepelletje

    BeantwoordenVerwijderen